Stelling

Initiatiefwet ‘Leerrecht in de Leerplichtwet’ – denkt u mee?

Op 27-11-20 diende Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D’66) de initiatiefwet ‘Leerrecht in de Leerplichtwet’ in. Het uitgangspunt hiervan is dat iedere jongere recht heeft op (door de overheid bekostigd) onderwijs. Via een zogenoemde internetconsultatie wordt aan burgers gevraagd om mee te denken over verbetermogelijkheden van dit wetsvoorstel. Reageren kan tot 15-1-21 via internetconsultatie.nl/leerrecht.

 

Reden voor/ achtergrond bij het indienen van deze initiatiefwet:

Op 8 maart 1995 is in Nederland het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna:

Kinderrechtenverdrag) bekrachtigd. Kinderen en jongeren hebben op grond van dit verdrag recht op onderwijs op basis van gelijke kansen. Het onderwijs hoort gericht te zijn op ‘de zo volledig mogelijke ontplooiing van persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind’.

Bij het bekrachtigen van het Kinderrechtenverdrag is de Leerplichtwet niet integraal herzien, waardoor weeffouten zijn ontstaan. Zo is er in de Leerplichtwet geen spake van expliciet recht op onderwijs; dat leerrecht vloeit impliciet voort uit de leerplicht.

 

Intussen is voor duizenden Nederlandse kinderen en jongeren geen passende plek te vinden op school. Het gaat om jongeren die bijvoorbeeld een fysieke of verstandelijke beperking hebben, hoogbegaafd zijn, leer- of gedragsproblemen hebben. Deze jongeren zijn wel degelijk in staat om zich te ontwikkelen, te leren, te groeien. Het zijn jongeren met dromen en talenten, die dolgraag mee willen doen in de samenleving, maar toch thuis zitten en niet het onderwijs krijgen dat hen toekomt.

Opvallend zijn de vele meldingen over thuiszittende hoogbegaafde kinderen. Zij kunnen vanwege hun hoge intelligentie, en daarmee gepaard gaande leer- en/of gedragsproblemen, geen goede plaats vinden binnen het regulier onderwijs; vanwege hun hoge intelligentie komen ze ook niet tot hun recht binnen het speciaal onderwijs. En als er wel scholen met een passend aanbod zijn, zijn ze vaak ver weg of hebben lange wachtlijsten. Dus zitten deze leerplichtige kinderen thuis.

 

De enige weg om niet aansprakelijk gesteld te worden voor het verzuimen van de leerplicht, is voor ouders van thuiszitters om hun kind te laten ontheffen van die leerplicht. Geregeld wordt op hen ook grote druk uitgeoefend om deze weg te kiezen.

Ontheffing kan als ‘de jongere op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school te worden toegelaten’. De oorzaak wordt daarbij dus bij het kind/de jongere gelegd. Na zo’n officiële ontheffing heeft de overheid geen enkele verantwoordelijkheid meer om een vorm van onderwijs te bieden. De jongere krijgt dan geen onderwijs aangeboden – ook al is deze wel in staat om zich te ontwikkelen, te groeien en leren. De Nederlandse wetgeving bevat hiermee gebreken in de bescherming van het recht van het kind op onderwijs.

 

Doel van de initiatiefwet Leerrecht van Paul van Meenen is te zorgen dat belemmerende factoren op school worden aangepakt. Voor hoogbegaafde leerlingen betekent dat bijvoorbeeld dat er een op hoogbegaafdheid gericht onderwijsaanbod moet komen. En bovendien dat aan leerbare hoogbegaafden geen vrijstelling van de leerplicht meer hoeft te worden gegeven.

 

Voor dit stukje is parafraserend geciteerd uit de memorie van toelichting (MvT) bij deze initiatiefwet. Deze MvT is te downloaden op internetconsultatie.nl/leerrecht.

Hier kunt u (tot 15-1-2021) ook antwoorden op de vragen: ‘Ziet u mogelijkheden om dit wetsvoorstel verder te verbeteren, zodat voor zoveel mogelijk jongeren het recht op onderwijs ontstaat?’ en ‘Welke gevolgen voorziet u waarin dit wetsvoorstel nog niet voldoende voorziet?’

Deel dit artikel