Stelling

De stelling

‘De sociale en emotionele behoeften van kinderen met kenmerken van begaafdheid kun je niet vangen in testresultaten’

Psychologen richten zich bij de begeleiding van kinderen met kenmerken van begaafdheid steeds vaker op behoeften en hoe daarbij aangesloten moet worden. Bij het testen van de social een emotionele ontwikkeling van kinderen gaat het doorgaans om één of meer van deze vier domeinen: sociale competentie, emotionele competentie, gedragsproblemen en zelfregulatie.[1] Er wordt geregeld verondersteld dat kinderen met kenmerken van begaafdheid te lijden hebben ondereen lager sociaal en emotioneel functioneren en meer problemenervaren dan andere kinderen.[2] Voor deze veronderstelling is echter geen sluitend wetenschappelijk empirisch bewijs.[3][4] De vraag is dan: hoeveel zegt het functioneren op sociaal en emotioneel gebied nu werkelijk over wat iemand nodig heeft en hoe je daar in voorziet?

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit is een premium artikel, om dit hele artikel te lezen dient u ingelogd te zijn.
Heeft u nog geen abonnement bekijk onze abonnementen via onderstaande knop