Interviews

‘Ga vooral zelf lezen’

Pjotr van Lenteren over kinderboeken

Annemieke van Manen

In april lees ik in de Volkskrant een artikel over Anne Steenhoff, leerkracht van groep 8, die haar hele klas aan het lezen krijgt. [1] Anne is ervan overtuigd dat het lezen van boeken een betere invloed heeft op de geletterdheid van kinderen dan het begrijpend lezen dat voor dit doel in het onderwijs wordt ingezet. Ze schreef er een boek over. [2] Het onderwerp leeft, wat ook te zien is aan de aandacht die Anne op social media krijgt. Wat een mooi toeval dat ik precies in diezelfde week een interview met Pjotr van Lenteren heb gepland.

 

Pjotr van Lenteren is sinds 2002 recensent jeugdboeken bij de Volkskrant. Hij schrijft recensies waar de liefde voor het genre van afspat. Juist daardoor krijgt hij mij nog steeds, ook nu mijn kinderen inmiddels volwassen zijn, aan het (voor)lezen van kinderboeken. Ik ben benieuwd welke boeken goed voor te lezen zijn in de klas en of hij tips heeft voor hoogbegaafde lezers.  

 

Waar komt jouw liefde voor jeugdboeken vandaan? 

‘Ik heb een heel brede interesse en studeerde geschiedenis, filosofie en Nederlands. Nederlands was de eerste studie die ik afmaakte. Ik vond de ridderverhalen uit de middeleeuwen geweldig, maar moderne Nederlandse literatuur viel me erg tegen. Als kind las ik alles wat los en vast zat en ik kwam weer met kinderboeken in aanraking toen ik in mijn studententijd oppas was. Tijdens het voorlezen dacht ik: dit vind ik wél interessant. Destijds kon je op de universiteit slechts één vak jeugdliteratuur volgen, maar toen Helma van Lierop-Debrauwer bijzonder hoogleraar jeugdliteratuur werd, vond ik mijn begeleider en ben ik afgestudeerd op een literatuuronderzoek naar hoe de smaak van kinderen zich ontwikkelt.’ 

 

Foto: Pamela Young

Wat was jouw lievelingsboek als kind? 

‘De brief voor de koning van Tonke Dragt. Op de basisschool werd het boek voorgelezen en zelf las ik het nog een keer of tien. Het bracht een wereld in mijn hoofd waarin ik zelf zou kunnen rondlopen. Boeken waren voor mij een plek waar niemand me lastigviel en ik kon er leren wat ik wilde. Dat was het grootste geluk in mijn leven. Iemand vroeg mij eens: “Pjotr, word je niet zenuwachtig van al die boeken die je nog niet hebt gelezen?” Nee! Het is juist een heerlijk idee dat er altijd nog meer boeken zijn en dat er geen einde aan komt.’ 

 

Welke boeken kunnen goed aanslaan bij hoogbegaafde kinderen?

‘Ik zou de vraag willen omdraaien: welke boeken zijn níet geschikt voor deze doelgroep? Het is veel moeilijker om te bedenken welke boeken geschikt zijn voor mensen die niet willen lezen. Alles is geschikt, ook boeken die eigenlijk voor volwassenen zijn. Daarvan kan een pienter kind denken: dit ziet er wel ingewikkeld uit, maar ik ga het toch proberen. Zijn er te makkelijke boeken?’ 

 

Een typering van hoogbegaafdheid die in Nederland vaak gebruikt wordt is die van het Delphimodel: ‘Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens. Intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.’ [3] Welke boeken passen daar volgens jou bij? 

‘Vooral literaire boeken voldoen daaraan. Boeken waarin rijke personages voorkomen die afwijken van de standaard en onderscheidend zijn. Lampje van Annet Schaap is een van de eerste boeken na een lange periode waarin literaire kinderboeken eigenlijk voor volwassenen waren. Dit boek weet zowel recensenten als voorlezende ouders en kinderen te boeien. Het is het ultieme Blauwbaardsprookje. Er zitten gelaagde personages in, zoals de vader die heel lief en tegelijkertijd ook heel hard is. Het is een emotioneel rijk boek, vol spanning, humor en diepgang. Dat geldt trouwens ook voor de boeken van Paul Biegel. Zijn hoofdpersonen zijn vaak eerst bang en eenzaam voordat ze een held worden. Op die manier spreekt hij ook eenzame en bange kinderen aan. Maar de boeken zijn ook grappig en onder alles zit een diepere laag. Nederland heeft kwalitatief goede, rijkgeschakeerde, informatieve jeugdliteratuur.’ 

 

Welke boeken zou je aanraden om voor te lezen in een klas met allemaal verschillende kinderen? 

‘Hier gaat nog een stap aan vooraf: om een hele klas te kunnen zien heb je bijzondere leerkrachten nodig. Ik heb het geluk gehad dat ik op de vrije school een aantal jaren een breed geïnteresseerde leerkracht had. Hij kon prachtig vertellen, las zelf veel, kende zijn leerlingen goed en kon daardoor precies die boeken aanbevelen die ik wilde lezen. Het was een homo universalis, iemand die zichzelf continu bleef verrijken en vanuit die rijkdom kon hij alle verschillende kinderen aan. Van degene die extra uitdaging nodig had tot degene die stoelen door het raam gooide. Als je veel kinderboeken kent, kun je van alles vinden wat de hele klas aanspreekt. En als je ook nog goed voorleest, is het voor heel veel kinderen leuk. De ideale leerkracht heeft een Spotify-lijst met boeken in zijn hoofd en kan op vrijdagmiddag nog even een mooi verhaal pakken. Misschien een sprookje of een verhaal dat eigenlijk voor jongere kinderen bedoeld is, maar waar wel iets in zit wat ze kan boeien. Er zijn zoveel bijzondere verhalen. Leerkrachten moeten vooral zelf gaan lezen.’ 

 

Boekentips van Pjotr

Drie boeken die geschikt zijn voor het basisonderwijs: 

 

Het mysterie van niks en oneindig veel snot, Jan Paul Schutten (bovenbouw)

‘Schutten combineert in het boek twee dingen die ikzelf leuk vind: wetenschap en een verhaal. Ik wilde wetenschapper worden, net als mijn vader, maar in formules kwam dat voor mij niet tot leven. De verhalen erachter vond ik mooi en die snapte ik wel. Ik was gefascineerd door oneindigheid, Einstein, zwarte gaten en zwaartekracht. Dit boek is geen leerboek, het is grappig, goed geschreven, het heeft mooie zinnen. Het is een filmisch verhaal en na één keer lezen ben je aardig bij in de natuurkunde. Het stilt je nieuwsgierigheid en tegelijkertijd is Jan Paul Schutten een heel goede verteller.’ 

 

De boom die een wereld was, Yorick Goldewijk (middenbouw)

‘Dit is een boek waar Neerlandici blij van worden: het is gelaagd, een mooi verteld verhaal, informatief. Er zit ironie in die niet iedereen eruit haalt, waardoor je het als kind kunt lezen en denkt: dit boek is echt voor mij, ik heb het grapje door.’ 

 

Alfabet, Charlotte Dematons (onderbouw) 

‘Er moet misschien iets van fanatisme of gekte in iemand zitten die herkenbaar is voor hoogbegaafden. Dematons is zo iemand. Zij voert een idee zo ver door dat wat eruit komt ook weer heel interessant is. Haar boek Alfabet is totaal anders dan je zou verwachten. Ze maakte tekeningen bij alles wat je kunt verzinnen dat begint met de letters A, B, C, enzovoort. Bij de letter ‘F’ zie je een Frietfontein. Zo stopt ze taalplezier in een boek zonder woorden. In een interview vertelde ze me dat ze wakker lag omdat ze een nieuw woord had bedacht dat ze nog in het boek wilde hebben toen dat al bijna naar de drukker was. Een doorsnee boek over het alfabet (een tekening per letter) is op zich niet zo uitdagend. Een kind kan al snel denken: ik ken veel meer woorden met een ‘A’. Charlotte daagt het kind juist uit. Op de bladzijde van de A staat een berg. Dan ontstaat al snel de vraag: berg is toch met een ‘B’? Als je samen met je kind op zoek gaat, kom je misschien wel bij de berg Ararat uit.’ 

 

Klassiekers van toen en nu volgens Pjotr van Lenteren   

 

Prentenboeken 4+ (voorlezen en samen bekijken)

Charlotte Dematons, Alfabet

Instant klassieker, het ultieme kraamcadeau: vind álle woorden met dezelfde beginletter die zijn verborgen op iedere dubbele pagina. Het is niet zo makkelijk als het lijkt.

 

Thé Tjong-Khing, Waar is de taart

Woordloos verhaal over een taart die gestolen wordt door twee ratten. Een wilde achtervolging volgt. Rondom de actie gebeurt nog veel meer. Voorlezen werd zelden zo interactief. 

 

Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer, Agent en Boef

De strenge maar ook zorgzame agent moet telkens weer achter de stoute maar ook charmante en bovenal creatieve boef aan. Elk deel is even goed, er zijn ook verzamelbundels te koop. 

 

Rotraut Susanne Berner, De vrolijke vier seizoenen

Precies dezelfde opvolgende landschappen, waarin van alles gebeurt, in de zomer, herfst, winter en lente. Er is er ook nog één in de nacht, maar die is niet in deze bundel verwerkt. 

 

Vanaf 6 jaar (voorlezen en zelf lezen)

Janneke Schotveld en Milja Praagman, Avonturen van de dappere ridster

Een trend uit de sportwereld zet door: wie wil er nog voetbalmannen zien? De ridster komt op haar stalen ros, spuugt op de grond en lost het op. Opzij voor de ridster. Geestige avonturenverhalen, swingend verteld. 

 

Kevin Crossley-Holland en Jeffrey Allan Love, Noorse mythen

De Britse schrijver Kevin Crossley Holland, bekend van zijn Arthur-hervertellingen, bezorgt een stoere en bovenal goed vertelde uitgave van de verhalen van Odin, Thor en Loki. Strak geïllustreerd door Jeffrey Allan Love. Een dijk van een boek vol goden, reuzen, zwaarden en bijlen waar je boekenplank van doorzakt. 

 

Toon Tellegen en Marc Boutavant, Is er dan niemand boos?

Een selectie uit de dierenverhalen van Toon Tellegen over dieren die boos zijn, of dat in elk geval proberen. Zoals altijd in zijn universum ontaardt dat in allerlei geestige bespiegelingen. Grote letters, stevig in de hand, fijne plaatjes.

 

Lisbeth Kaiser en Marta Antelo, Rosa Parks

Beroemde vrouwen in historisch perspectief, uitgelegd op een toegankelijke manier voor kleuters. Rosa Parks wilde gewoon kunnen zitten in de bus waar ze wilde en ontketende daarmee protesten die doen denken aan die van vandaag. Anne Frank en Marie Curie zijn ook in deze serie te vinden.

 

Vanaf 9 jaar 

Annet Schaap, Lampje

Het zielige, spannende en ook grappige griezelsprookje van de dochter van de altijd dronken vuurtorenwachter, die een ongeluk veroorzaakt en voor straf moet gaan schoonmaken in de griezelige villa van de admiraal. Ze zeggen dat daar een monster woont. Schaap won er zo’n beetje alle denkbare kinderboekenprijzen mee. 

 

Paul Biegel en Linde Faas, Het Sleutelkruid

Iedereen kent de Kleine Kapitein, maar Paul Biegel schreef nog veel meer klassiekers. Het Sleutelkruid, net heruitgegeven en opnieuw geïllustreerd door Linde Faas, blijkt even tijdloos als de hoofdpersoon: de duizend jaar oude koning Mansolein, die weer een dag langer leeft als hij elke dag een verhaal verteld krijgt.  

 

Edward van de Vendel en Martijn van der Linden, Wat moet je doen als je over een nijlpaard struikelt

Geestige gedichten voor kinderen die in wat buitenissige problemen terechtkomen.

 

Joukje Akveld, Een aap op de wc

Ode aan de vergeten slachtoffers van het bombardement van Rotterdam: de bewoners van de dierentuin. Die werden op de gekste plekken teruggevonden. Journalist en schrijver Akveld zocht het uit en vertelt er even toegankelijk als bevlogen over. 

 

Vanaf 11 jaar 

Simon van der Geest, Spinder

Hidde is geen gewone jongen. Hij zit het liefst in de kelder met zijn duizendpoten, slakken, oorwurmen, wandelende takken, bidsprinkhaan Jackie Chan en goudglanskever Tessa. Hij lijkt meer met insecten op te hebben dan met mensen. Behalve Lieke misschien, die van vlinders houdt. 

 

Sjoerd Kuyper, Hotel de grote L

Weinig kinderboekenschrijvers kunnen over de liefde vertellen zoals Sjoerd Kuyper. De eigenaar van het nieuwe hotel, waarvan de naam nog niet helemaal af is, krijgt een hartaanval en zijn kinderen moeten de gasten binnen zien te houden. Ondertussen wordt iedereen verliefd. Ingewikkeld, hilarisch, ontroerend. Kuyper schrijft zinnen om voor altijd te onthouden.

 

Jan Paul Schutten en Floor Rieder, Het mysterie van niks en oneindig veel snot

Wie dit boek één keer leest, komt ontzettend veel te weten over het heelal, kleine deeltjes, oneindigheid en tijdreizen. Wie het voor een tweede keer leest, ontdekt pas hoe knap het is dat de meervoudig bekroonde Jan Paul Schutten ideeën die Albert Einstein zelf nog niet eens helemaal doorgrondde, aan kinderen (en hun ouders) uitlegt. Als je het begrijpt, dan begrijp je het niet, en als je dit boek leest, dan begrijp je dat. Ook nog eens aanstekelijk grappig. 

 

Tonke Dragt, De goudsmid en de meesterdief

Het onder een nieuwe titel uitgegeven debuut van Tonke Dragt, die hier verder natuurlijk geen introductie nodig heeft. Twee niet van elkaar te onderscheiden broers gaan elk hun eigen weg en komen daardoor meermalen tegenover elkaar te staan. Toch blijven ze broers. 

 

Rob Ruggenberg, IJsbarbaar

De historische kinderboeken van deze schrijver zijn allemaal even spannend als onthullend. In dit boek een verhaal over Inuit die van Groenland naar Nederland gehaald worden, puur uit nieuwsgierigheid. Om open te snijden. Echt gebeurd.

 

Vanaf 14 jaar

Floortje Zwigtman, Wolfsroedel

Drie Roemeense jongens, Vulpe, Alexandru en Ion, lopen weg en komen steeds verder van de beschaving af te staan. Als ze het graf van Dracula vinden en van een schaapherder bloederige verhalen horen over oorlog en geweld, gaan ze zichzelf ook steeds meer als dieren gedragen. Geniaal boek dat je je eigen oordeel laat vormen over geweld. 

 

Marco Kunst, Gewist

In een verre toekomst komt Sig per ongeluk buiten de beschermende koepel van zijn stad terecht, doordat een robotschoonmaker van de metro hem van het spoor veegt als hij oversteekt naar het andere perron. Buiten de koepel is helemaal niets, alleen natuur. Hij moet zich zien te redden.

 

Anna Woltz, Honderd uur nacht

De veertienjarige Emilia pikt de creditcard van haar overspelige vader en boekt een reis naar New York. Als ze aankomt blijkt ze opgelicht: het appartement dat ze vooruit heeft betaald, wordt bewoond door Seth en zijn lastige zusje Abby. Ineens is Emilia dakloos in New York, waar net orkaan Sandy losbarst.

 

John Green, Het grote misschien

John Green schreef bekendere boeken, maar in zijn debuut zette hij de jongerenroman op de kaart: het woord ‘young adult’ is Nederland binnengedrongen met de eerste vertaling van dit briljante boek. Iedereen is verliefd op Alaska, vooral verteller Miles, die een fascinatie heeft voor beroemde laatste woorden.

 

Deze boekenlijst verscheen eerder al in de Volkskrant.

 

Tip van de redactie: scriptie Saskia van Bruinessen

In 2018 studeerde Saskia van Bruinessen af als ECHA Specialist in Gifted Education met haar scriptie ‘Boeken voor bollebozen’. In deze scriptie verkende ze welke kinderboeken in de smaak vielen bij hoogbegaafde kinderen en welke boeken kinderboekenexperts kozen bij boekkenmerken rondom de hogere denkordes van Bloom. In de lijst die Pjotr samenstelde komt een groot aantal auteurs voor die ook in de scriptie genoemd worden. Een pdf van de scriptie is hier te downloaden.  

 

Referenties 

  1. Sahadat, Iante. ‘In het klaslokaal van Anne Steenhoff is het stil, op ritselende bladzijdes na: haar groep 8 is leesverslaafd’. In: de Volkskrant, 28 april 2024.
  2. Steenhoff, Anne (2024). Een lui letterland. Maar zo krijgen we kinderen weer aan het lezen. Amsterdam: Das Mag.
  3. Het Delphimodel is in 2007 tot stand gekomen op initiatief van Maud Kooijman-van Thiel, in samenwerking met twintig experts op het gebied van hoogbegaafdheid. De experts geven aan dat het Delphimodel geen definitie is van hoogbegaafdheid op basis van feitelijkheden, maar dat het gaat om een beschrijving op basis van een consensus tussen deze experts.   
Deel dit artikel